Cliënt Henk: “Door mijn traumabehandeling voel ik meer lucht, meer vrolijkheid”

Header afbeelding Cliënt Henk: “Door mijn traumabehandeling voel ik meer lucht, meer vrolijkheid” Publicatiedatum QuoteCliënt Henk: “Door mijn traumabehandeling voel ik meer lucht, meer vrolijkheid” TypeCliënten
Auteur
PR & Communicatie
Content

“Door mijn traumabehandeling voel ik meer lucht, meer vrolijkheid”

Bijna twintig jaar liep hij rond met klachten. Cliënt Henk (58) had meerdere trauma’s, maar wilde lange tijd niks weten van een behandeling. Totdat zijn lichaam op was. “Toen wist ik: als ik oud wil worden, moet ik het anders aanpakken.” 

Zijn traumabehandeling zit er net op. Nu begint hij aan de volgende stap: rouwverwerking. “Wat ik precies heb meegemaakt wil ik niet kwijt,” vertelt Henk. “Maar ik wil wel vertellen op welke manier ik er last van heb. En hoe Trajectum me helpt om mijn leven weer op te pakken.” 

Veel werken

“Jarenlang hing er een juk op mijn schouders: zo voelt het. Ik heb ook weleens gelachen, maar dat waren maar momenten. Ik was vooral somber en leefde teruggetrokken. Ik werkte heel veel, 60-70 uur per week, om maar niks te hoeven voelen. Bijna twintig jaar lang ging dat zo door. Totdat mijn lichaam zei: het gaat niet meer. Ik at niet, sliep niet en kon me niet concentreren. Ik was helemaal op. Toen wist ik: als ik oud wil worden, moet ik het anders aanpakken.” 

Ik werkte heel veel, om maar niks te hoeven voelen

Pittige therapie 

“Ik sprak met verschillende zorgorganisaties. Maar nergens vond ik de therapie die bij me paste. Bij Trajectum vond ik dat wel. Twee keer per week kreeg ik behandeling en kwam ik hier naartoe. Dan was er nog een dag dat ik thuis was, maar wel met de behandeling bezig was. Een soort huiswerkdag. 

Traumabehandeling is best pittig. Het begint rustig, maar na een tijdje komt het echt binnen. Vooral toen ik de imaginaire exposure-therapie deed. Tijdens de sessies ga je tot in detail terug naar de gebeurtenis van het trauma. Dat wordt opgenomen en als huiswerk moest ik dat dan weer thuis afluisteren. Dat vond ik heel zwaar, zo in mijn eentje op de bank.' 

Ontspanning 

“Tijdens je behandeling heb je met allerlei mensen te maken: een psycholoog, psychiater, sociotherapeuten, een systeemtherapeut. Ze werken allemaal met elkaar samen. Als je bij de ene een zware sessie hebt gehad, staat de ander klaar om je op te vangen. Dat is enorm mooi in elkaar gezet. 

Het fijne is dat ze inspanning en ontspanning afwisselen. Na een intense sessie kun je iets ontspannends doen. Ik heb mijn rust gevonden in het inkleuren van kleurplaten. Dat lijkt kinderlijk, maar dat is het niet. Het is echt ontspannend. Je hebt de focus op iets anders en kunt opladen voor de volgende sessie.” 

Als je bij de ene een zware sessie hebt gehad, staat de ander klaar om je op te vangen

Meer Trajectums 

“Mijn traumabehandeling heeft me al enorm geholpen. Ik voel meer ruimte, lucht en vrolijkheid. Ik voel me minder somber. Ik heb geen angst, pijn of verdriet meer. Onvoorstelbaar, dit had ik nooit kunnen bedenken. Er zouden meer Trajectums moeten zijn. Ik voel me serieus genomen, en ik voel dat mensen me oprecht willen helpen om dingen te veranderen. Dat gevoel heb ik lang niet gehad. Dat ik het waard ben. Ik ben er nog niet, want ik moet nog leren om van mezelf te houden. Maar daar werken we de komende tijd aan.” 

Toekomst 

“Denken aan de toekomst vind ik nog lastig. Eerst moet ik de boel op de rit hebben. Mijn toekomst is als een groot wit schilderdoek: hoe moet ik dat in hemelsnaam gaan invullen? De grote dingen, daar durf ik nog niet aan te denken. Maar dat hoeft ook niet. Ik heb geen grote, wilde plannen. Het komt stap voor stap. 

Op dit moment vind ik het geweldig om in de natuur te wandelen. Ik kan nu stoppen met dit gesprek, mijn wandelschoenen aantrekken en het bos in duiken. Ik hield altijd al van de natuur, maar maakte er geen tijd voor. Nu geniet ik echt van de kleine dingen.”

Beschrijving
Bijna twintig jaar liep hij rond met klachten. Cliënt Henk (58) had meerdere trauma’s, maar wilde lange tijd niks weten van een behandeling. Totdat zijn lichaam op was. “Toen wist ik: als ik oud wil worden, moet ik het anders aanpakken.”

Cliënt Diana: “Bij Trajectum leer ik de dingen anders zien”

Header afbeelding Cliënt Diana zet grote stappen sinds ze hulp zocht bij Trajectum. Publicatiedatum QuoteCliënt Diana: “Bij Trajectum leer ik de dingen anders zien” TypeCliënten
Auteur
PR & Communicatie
Content

Cliënt Diana: “Bij Trajectum leer ik de dingen anders zien” 

“Héél spannend, dit interview. En juist daarom doe ik hieraan mee.” We ontmoeten cliënt Diana (48) in Zutphen, in het gebouw van Trajectum. Haar verhaal vertellen is een grote stap voor haar. Ze vertelt over haar psychische klachten, over haar moeilijke jeugd en scheiding. Én hoe ze met hulp van Trajectum opkrabbelt.

“Een tijdje terug geleden ging het heel slecht met me. Ik had psychische problemen en had hulp gezocht bij psychologen, maar niks hielp. Toen belandde ik in een crisissituatie. Ik was al afscheidsbrieven aan het schrijven aan mijn kinderen. Gelukkig kon ik bij Trajectum terecht. Ik begon op de dagbehandeling. Eén keer per week kwam ik hier naartoe en had ik de hele dag therapieën en gesprekken.

Een paar jaar was ik ‘uit zorg’, maar later kwam ik weer terug bij Trajectum. Deze keer op de poli. Dat duurt niet de hele dag. Deze hulp krijg ik nog steeds. Ik woon zelfstandig en krijg thuis ook begeleiding, van een andere zorgorganisatie. Toch ging het eind vorig jaar weer mis.”

Trauma's

“Mijn dochter werd gepest. En ik besloot te scheiden; een moeilijke tijd. Alles uit mijn jeugd kwam naar boven. Mijn vader was vroeger heel negatief. Als ik een 6 had op school, moest het een 8 zijn. Had ik een 8, dan moest het een 10 zijn. Het was nooit goed, ook al deed ik zo mijn best. Ik deed huiswerk tot ’s avonds laat, maar haalde alsnog onvoldoendes. Zo ging dat door. En dan werd ik ook nog eens gepest. Dingen waar ik nog steeds trauma’s van heb.”

 

Mijn dochter werd gepest, ik besloot te scheiden... het was een moeilijke tijd


Niks waard

“Bijna twintig jaar ben ik getrouwd geweest. Mijn huwelijk werd de laatste jaren minder goed. De manier waarop mijn vader vroeger met me om ging, zo ging mijn man ook met me om. Ik voelde me steeds slechter over mezelf.    
Door mijn moeilijke jeugd en huwelijk, heb ik psychische problemen gekregen. Ik heb geen zelfvertrouwen. Ik voel veel angst en stress bij nieuwe dingen. Daar helpt mijn lvb (licht verstandelijke beperking) niet bij mee. Ik denk slecht over mezelf en voel me alleen. Nu de scheiding achter me ligt, voel ik me al wat lichter. Wel mis ik iemand om me heen, iemand waar ik het leuk mee kan hebben.”

Boosheid uiten

“Bij Trajectum kom ik om te praten en om dingen anders te zien. We spelen ook rollenspellen. Dan speel je situaties na. En leer je: wat kon je anders doen of zeggen in die situatie? En hoe zou je willen dat het was gegaan? We proberen erachter te komen wat ik voel. En ik leer accepteren dat bepaalde gevoelens er zijn, zoals boosheid. Ik mag het hier ook uiten, dat helpt heel erg.    
De hulp die ik krijg is heerlijk. Laatst kwam ik hier boos aan, maar ging ik lachend weg. Na de behandeling voelde ik me een stuk beter.”    
 

Bij Trajectum mag ik mijn boosheid uiten, dat helpt heel erg

 

“Nu moet ik leren om hier in het dagelijks leven iets aan te hebben. Om om te gaan met mijn psychische klachten. Al die jaren ben ik ‘niets’ geweest. En nu moet ik ‘iets’ worden. Dat is niet makkelijk. Ook moet ik leren om niet te veel te doen. Ik heb ook een ziekte waardoor ik altijd pijn heb. Dus ik moet mijn grenzen aangeven, voor mezelf opkomen. De scheiding was daar een heel grote stap in.”

Toekomst 

“Elke vrijdag doe ik vrijwilligerswerk. Dan help ik iemand die in een verzorgingstehuis woont. We wandelen, knutselen of zingen. Voor iemand zorgen vind ik heerlijk. Verder ben ik aan het ontdekken wat ik leuk vind. Maar spelletjes doen en kaarten maken doe ik graag. Of lezen of legpuzzels doen. Een vriend, dat ik mezelf lief vind, rust in mijn leven: dat zijn dingen die ik wil voor de toekomst. Soms gaat het weer even heel slecht met me, zoals nu. Maar ik weet dat ik er weer uit kom met de hulp van Trajectum. Dat vertrouwen heb ik nu.”

En hoe Diana het interview uiteindelijk vond?

“Het viel mee! Maar ik vond het heel eng om te doen. Ik kom toch een beetje in de belangstelling te staan. Maar het is goed voor mij om mijn verhaal te vertellen. Dit voelt als een grote overwinning.”     
 

Beschrijving
“Héél spannend, dit interview. En juist daarom doe ik hieraan mee.” We ontmoeten cliënt Diana (48) in Zutphen, in het gebouw van Trajectum. Haar verhaal vertellen is een grote stap voor haar. Ze vertelt over haar psychische klachten, over haar moeilijke jeugd en scheiding. Én hoe ze met hulp van Trajectum opkrabbelt.

“Dankzij de passie van zijn begeleiders is onze zoon Boris nu gelukkig”

Header afbeelding Cliënt Boris krijgt een bijzondere vorm van zorg. Publicatiedatum Quote“Dankzij de passie van zijn begeleiders is onze zoon Boris nu gelukkig” TypeCliënten
Auteur
PR & Communicatie
Content

“Dankzij de passie van zijn begeleiders is onze zoon Boris nu gelukkig”

Twee jaar geleden kregen we een telefoontje. De ouders van cliënt Boris. Ze wilden hun verhaal doen. Hun zoon was helemaal opgebloeid, sinds hij een bijzondere vorm van zorg kreeg bij Trajectum. Nu hebben we opnieuw contact. “Boris is een uniek geval, maar zijn begeleiders zijn fantastisch. Nog steeds. Ze verdienen een groot compliment.”

Het leven was voor Boris lange tijd moeilijk. Bij verschillende zorginstanties deden ze hun best om Boris te helpen, maar steeds ging het weer mis. “Hij begrijpt de wereld niet goed,” vertelde moeder Marjolein Dijkstra in 2021, in het verhaal over Boris’ leven. “Boris heeft ADHD en wil veel dingen tegelijk. Ook heeft hij een vorm van autisme, is hij bipolair, manisch en heeft hij een licht verstandelijke beperking. En hij heeft een emotionele leeftijd van een kind van een half jaar. Als hij iets wil of niet wil, gedraagt hij zich als een kind. Maar cognitief (met zijn kennis, red.) zit het wel goed. Dat werkt elkaar vaak tegen.”

Een eigen team

Na jaren zoeken vonden Boris en zijn ouders een geschikte plek. Bij Trajectum kreeg Boris zijn eigen ruimte, waar hij alleen woont. Er werkt een vast team van begeleiders met hem: team Dijkstra. Zij kennen hem goed en weten precies hoe ze met hem om moeten gaan. Boris krijgt nu de zorg die bij hem past.
Twee jaar later is er veel veranderd, maar één ding is hetzelfde: ouders Marjolein en Harm zijn dankbaar voor deze unieke vorm van zorg.

Harm: “Het komt niet vaak voor, dat er een speciaal systeem om een cliënt heen is gebouwd. En je moet echt weten hoe je met Boris om moet gaan. Zijn begeleiders lukt het, en ze hebben passie voor hun vak. Ze willen de kwaliteit van Boris’ leven echt verbeteren. Dat doen ze geweldig.”
 

Er is een speciaal systeem om Boris heen gebouwd. Dat komt niet vaak voor

Oplossingen vinden

Toch was het ook bij Trajectum niet altijd makkelijk, de laatste jaren. Marjolein: “Hij moest verhuizen naar een andere ruimte, dat was erg stressvol voor Boris. En zijn vaste persoonlijk begeleider is zo’n anderhalf jaar geleden weggegaan. Ook had hij eerst 7 vaste mensen om zich heen, maar nu 4. Dan zit je al gauw met een flexteam. Het is lastig om personeel te vinden in de zorg, dus ook hier. En het is al helemaal zoeken naar mensen die het specialistische gedrag van Boris kunnen en willen begeleiden.”
Boris heeft inmiddels weer een vaste persoonlijk begeleider. “Die moest even wennen, maar heeft het geweldig opgepakt. Het team doet haar best om Boris meer kwaliteit van leven te geven. En dat lukt.”

Tochten door het bos

Zo gaan de begeleiders soms met Boris mee op huisbezoek naar zijn broers. Of naar verjaardagen van Marjolein en Harm. “Boris vindt verjaardagen en familie erg belangrijk. Die bezoekjes zijn hem dus veel waard. Maar het team doet meer mooie dingen met hem. Ze zijn zelfs met hem naar Zwitserland gegaan, waar we een appartement hebben.”
Ook in het dagelijks leven gaan de begeleiders vaak met Boris op pad. “Ze wandelen veel in de omgeving. Of ze gaan op de elektrische duofiets. Eén begeleider bij Boris op de fiets, eentje erachteraan. Ze maken mooie tochten door het bos. Ook andere activiteiten zijn erop gericht dat Boris zich goed voelt. Regelmatig komt er een ontspanningsmasseur langs. Net als de rest deze persoon weet precies hoe hij Boris rustig krijgt.”  

Op bezoek met een harinkje

Harm: “We willen de zorgorganisaties waar Boris eerder zat, niet afkraken. Op hun eigen manier hebben zij hun best gedaan voor Boris. Maar het grote verschil is dat de begeleiders van Trajectum heel toegewijd zijn. Er is zelfs een begeleider die nu ziek thuis zit, maar toch op bezoek ging bij Boris en een harinkje voor hem meenam. Dat soort dingen doen ze. Boris voelt aan dat ze het beste met hem voor hebben. En dat maakt hem gelukkig.”

 

Boris voelt aan dat ze het beste met hem voor hebben

Twee jaar geleden gaf Boris zijn leven een 8. “Dat zou hij nu ook weer doen,” vertelt Marjolein. “Kijk, hij heeft altijd bevliegingen. Dan zegt hij ‘haal me hier weg’ of ‘maak me maar dood.’ Maar dat gaat altijd weer over.”

Geen leiders, maar coaches

Boris’ ouders waarderen de manier van begeleiden. Harm: “Zijn begeleiders zijn geen autoritaire leiders, maar een soort coaches. Autoritaire leiders zeggen: doe dit en doe dat. Maar coaches sturen je. Dat doen ze met Boris ook. Als hij bepaalde gedachtes heeft waardoor iets niet goed gaat, zeggen ze niet ‘dit mag niet’. Eerst praten ze met hem. Maken ze hem rustig. En daarna stellen ze hem de juiste vragen en geven ze hem complimenten voor zijn antwoord. Ze laten hem in zijn waarde. En halen daarvoor alles uit de kast.”  

*De namen Boris, Harm en Marjolein Dijksma zijn niet echt, omdat we de cliënt willen beschermen. De echte namen zijn bekend bij de redactie.

Beschrijving
Cliënt Boris is helemaal opgebloeid, sinds hij een bijzondere vorm van zorg krijgt bij Trajectum. Zijn ouders doen voor de tweede keer hun verhaal. “Boris' begeleiders zijn fantastisch. Nog steeds. Ze verdienen een groot compliment.”

Ouders van cliënt Boris: “Door de creatieve oplossingen van Trajectum is Boris leven beter geworden"

Header afbeelding Cliënt Boris komt helemaal tot bloei bij Trajectum. Publicatiedatum QuoteOuders van cliënt Boris: “Door de creatieve oplossingen van Trajectum is Boris' leven beter geworden" TypeCliënten
Auteur
PR & Communicatie
Content

Ouders van cliënt Boris: “Door de creatieve oplossingen van Trajectum is Boris' leven beter geworden" 

Na een moeilijk leven op veel verschillende zorgwoonplekken zit cliënt Boris bij Trajectum eindelijk op zijn plek. Omdat hij een bijzondere vorm van zorg krijgt, is hij helemaal opgebloeid. Ouders Marjolein en Harm Dijksma: “Wij zijn hier erg blij mee: er is een heel systeem om Boris heen gebouwd. Alles zodat hij beter in zijn vel zit en meer kwaliteit van leven heeft.”

Boris (38) heeft een fantastisch geheugen. Hij kan goed praten. Hij is vrolijk. En hij heeft humor, maakt veel grapjes. Als je hem een beetje kent, weet je dat Boris een lieve jongen is. Gek op dieren, kinderen, op zijn oma’s toen die nog leefden. Maar door zijn beperkingen en problemen is het leven voor Boris lange tijd erg lastig geweest. 

Zoektocht 

Jarenlang zochten de ouders van Boris naar een geschikte woonvorm. Moeder Marjolein: “In zijn jeugd hebben we lang geprobeerd om hem met alles mee te laten doen. We gingen skiën, hij haalde twee zwemdiploma’s. Hij heeft sportieve dingen gedaan: 5 keer de Elfstedentocht gefietst met zijn vader, aan het 4-mijl-hardloopevenement meegedaan met mij. Maar psychisch was het een ander verhaal. Boris heeft altijd al veel chaos in zijn hoofd gehad. Hij heeft de emotionele leeftijd van een kind van een half jaar: daarom begrijpt hij de wereld niet goed. Hij heeft ADHD en wil veel dingen tegelijk. Ook heeft hij een vorm van autisme, is hij bipolair, manisch en heeft hij een licht verstandelijke beperking. En zo zijn er nog een paar dingen die zijn leven moeilijk maken.” 

De weg kwijt 

Tot groep 5 zat Boris op een gewone basisschool. Wel met extra hulp, maar het lukte. Daarna kon hij niet meer meekomen met de rest. “Hij ging naar het speciaal onderwijs. We hoopten dat hij zich daar goed zou ontwikkelen, maar het lukte niet. Na de middelbare school is hij op verschillende plekken terechtgekomen. Overal ging het mis. Zo woonde hij in Leeuwarden, waar cliënten alleen tot 8 uur ’s avonds begeleiding kregen. Daarna gingen de cliënten de stad in. Boris dronk dan veel en kwam pas middenin de nacht thuis. De volgende dag moest hij werken en was hij zo moe dat hij daar op het toilet in slaap viel. Daar in Leeuwarden is hij ontspoord. Hij werd depressief. Hij ging naar prostituees, en als hij geen geld had liet hij zijn telefoon daar achter. Hij raakte totaal de weg kwijt, de wereld was voor hem onbegrijpelijk.” 

Boris kwam op veel verschillende plekken terecht, maar overal ging het mis

Rechtszaak 

Op een gegeven moment was Boris zo depressief dat hij een zelfmoordpoging deed. “Toen is hij opgenomen een kliniek voor mensen met een beperking en psychiatrische problemen. Daar probeerden ze hem met medicijnen een beetje in het gareel te krijgen. Omdat er geen geschikte woonplek voor hem beschikbaar was, kwam hij tijdelijk in het centrum voor kort verblijf van een zorgorganisatie. Daarna werd hij geplaatst op een zorgwoonboerderij. Ze deden daar erg hun best voor hem, maar hij viel een vrouwelijke begeleider aan en betastte haar. De organisatie deed aangifte en er kwam een rechtszaak. Weer werd hij depressief en onzeker. 

In afwachting van een plek bij Trajectum kwam hij tijdelijk op een forensisch psychiatrische afdeling van een nieuwe zorgorganisatie. Daarna ging hij naar afdeling de Goudiep in Boschoord. Helaas ging daar ook iets mis. Hij werd overgeplaatst naar afdeling de Hazelnoot.” 

Eigen ruimte

Maar ook op de Hazelnoot ging het niet direct goed. “Op een groep wonen werkt niet, weten we nu. Zo ergert Boris zich snel aan andere cliënten. En hij plaagt ze soms. Daar kunnen mensen met een beperking natuurlijk niet goed tegen. Bij Trajectum beseften ze al snel dat Boris een speciaal geval is. Er was een grote ruimte vrij voor dagbesteding, die niet werd gebruikt. De persoonlijk begeleider die Boris toen had, besloot die plek aan Boris te geven. Het was een grote ruimte met keuken, kantoor, slaapkamer en een toilet. Daar verhuisden ze Boris en zijn spullen naartoe. Hij heeft verzamelwoede, dus het waren nogal wat spullen. Ze richtten een prachtige, gezellige kamer voor hem in. Ze lieten zelfs een kast maken voor zijn enorme verzameling cd’s.” 

In een lege ruimte richtten ze een prachtige, gezellige kamer voor Boris in

Vanaf hier ging alles beter. Trajectum zorgt nu voor Boris op een manier die bij hem past. “Hij woont alleen en heeft bijna niet met andere cliënten te maken. Omdat Boris stress krijgt van taken, heeft het team hem alles uit handen genomen. Zo heeft hij smetvrees en een dwangstoornis, dus zelfs de was doen is lastig. Dan is hij bang dat zijn was lelijk wordt of gaat krimpen of dat de was in aanraking komt met die van andere cliënten. Dus hoeft hij zijn kleding niet te wassen, zodat hij ontspannen blijft. We bewonderen het enorm: er is een heel systeem om Boris heen gebouwd. Alles zodat hij beter in zijn vel zit en meer kwaliteit van leven heeft.” 

Unieke situatie

In het team, dat Team Dijksma wordt genoemd, zitten meestal zeven werknemers. Willem, persoonlijk begeleider van Boris: “Iedere dag staan er twee mannelijke begeleiders voor Boris klaar.  De zorg voor hem is intensief, maar op deze manier lukt het. Het is een unieke situatie. Niet alleen voor Trajectum, maar ook voor andere zorgorganisaties. Wij bij Trajectum kregen het voor elkaar. En het blijkt succesvol voor iedereen. Voor Boris, het team en de organisatie. Ik hoop dat we dit voor meer cliënten gaan doen.” 
Harm en Marjolein willen dat deze unieke vorm van zorg bekend wordt in heel Nederland. Harm: “Zo kunnen cliënten in het hele land er voordeel van hebben.” 

Het gewone leven 

“Als Boris hier niet terecht was gekomen, was hij waarschijnlijk overleden of in de gevangenis beland,” vertelt Marjolein. “Maar nu wordt er goed op hem gepast. Willem en de andere begeleiders van team Dijksma vinden de kwaliteit van leven van Boris erg belangrijk. Samen doen ze leuke dingen. Een terrasje pakken, een visje halen: het gewone leven ervaren, dus. Deze begeleiders hebben passie, zijn goed opgeleid en verplaatsen zich in de problemen van Boris.
Ook psychiater De Blécourt heeft Boris goed geholpen. Hij deed er alles aan om hem de juiste medicijnen te geven, en daar overlegden we met z’n allen over. Toen Boris nieuwe medicijnen kreeg, bezocht hij Boris zelf om te zien en ervaren hoe hij op de medicijnen reageerde.” 

We willen dat deze unieke vorm van zorg bekend wordt in heel Nederland. Zo kunnen cliënten in het hele land er voordeel van hebben

Rust, orde en structuur

Bij Trajectum voelt Boris rust, orde en structuur. Marjolein: “Boris accepteert de autoriteit van zijn begeleiders. Ze laten hem in zijn waarde en luisteren naar hem. En ze lachen veel met elkaar. Boris is weer blij, maakt grapjes, je ziet aan zijn gezicht dat het goed gaat. De begeleiders weten precies hoe ze met Boris moeten omgaan. Ze wandelen met hem over het terrein, maken soms een tocht met zijn elektrische duo-fiets. Ze spelen mens-erger-je-niet, hij luistert muziek, hij Facetimet met ons en zijn broers. Soms mag hij in een snoezelruimte of een speciaal zwembad om rustig te worden. En een keer per week komt er een ontspanningsmasseur. Zijn dag heeft veel structuur en ze vertellen hem duidelijk wat wel en niet mag.”   

Beter leven 

Omdat Marjolein curator is, moest zij de beslissingen over Boris maken. Harm: “Dat kostte een paar uur per dag, Marjolein regelde veel voor hem. Gelukkig hebben de begeleiders veel van haar overgenomen. We hebben zware tijden met deze jongen meegemaakt. Maar dankzij Trajectum is het leven veel beter geworden. Voor ons én voor Boris. Dat gunnen we ook andere jongens als Boris. Marjolein: “Bij andere instellingen heeft Boris altijd gezegd dat hij weg wilde. Maar bij Trajectum heeft hij zich neergelegd bij de beperkingen die hij heeft vanwege zijn eigenschappen.” 

“Over het algemeen geeft Boris zijn leven een 8,” vertelt Willem. “Het gaat echt goed met hem.”

 

*De namen Harm, Marjolein en Boris Dijksma zijn niet echt, omdat we de cliënt willen beschermen. De echte namen zijn bekend bij de redactie.

Beschrijving
Na een moeilijk leven op veel verschillende zorgwoonplekken zit cliënt Boris bij Trajectum eindelijk op zijn plek. Zijn ouders vertellen zijn verhaal.

Cliënt Jason: “Door drugs raakte ik mezelf kwijt”

Header afbeelding Cliënt Jason vertelt hoe hij zichzelf kwijtraakte door drugs. Publicatiedatum QuoteCliënt Jason: “Door drugs raakte ik mezelf kwijt” TypeCliënten
Auteur
PR & Communicatie
Content

“Door drugs raakte ik mezelf kwijt”  

Geweld, drugs, verkeerde vrienden. En uiteindelijk een misdrijf met seksualiteit. De problemen van cliënt Jason (32) stapelden zich de afgelopen jaren op. Hij kwam in de gevangenis en is sinds twee jaar bij Trajectum. Hij vertelt hoe hij hier aan zijn agressie en frustratie werkt. “Nu herken ik mijn gevoel al aan de kleinste signalen in mijn lijf. Ik krop het niet meer op, maar praat erover.”  

Bij Trajectum kreeg Jason verschillende soorten therapie, zoals vaktherapie. Bij vaktherapie draait het allemaal om dingen doen en ervaren. De therapeuten gebruiken daar verschillende manieren voor. Zo waren er bij psychomotorisch therapeut Corola bewegingsoefeningen. En bij dramatherapeut Marjoke leerde Jason met bijvoorbeeld improvisatie-oefeningen en rollenspellen hoe hij in elkaar zat.  
“Wat héb ik hieraan?”, dacht Jason toen hij bij Trajectum kwam. “De therapieën voelden in het begin echt onnozel. Dan stond ik bijvoorbeeld met een groepje andere cliënten een ontspanningsoefening te doen en dan dacht ik: wat dóe ik hier? Toen wist ik nog niet dat ik echt geholpen ging worden.”  

Drugs en criminele dingen

Want de problemen waaraan Jason wordt geholpen, stapelden zich de afgelopen jaren op. Jason: “Ik gebruikte drugs, waardoor ik mezelf kwijtraakte. Ik had mijn emoties en gevoelens niet onder controle. Alle strafbare dingen die ik heb gedaan, komen daardoor. 
Uiteindelijk deed ik iets wat echt niet kan. Wat ik heb gedaan vertel ik liever niet, maar het heeft met seksualiteit te maken. Ik kreeg TBS met voorwaarden. Mijn gevangenisstraf heb ik uitgezeten, en sinds twee jaar ben ik bij Trajectum.”  
Behandelaar Marjoke vult aan: “Jason had een normale jeugd. Toch kwam hij in de problemen. Hij kon slecht omgaan met spanning en tegenslagen. Dat werd nog veel erger door zijn verslaving. Zijn opgekropte gevoelens uitte hij op de verkeerde manier: samen met vrienden ging hij criminele dingen doen. 
 

“In het begin bij Trajectum dacht ik: wat dóe ik hier?” 
 

Niet opkroppen 

Bij Trajectum leert Jason nu hoe hij met die negatieve gevoelens om moet gaan. Jason: “Als er veel ellende samenkomt, barst ik uit elkaar van woede. Ik leer nu om het niet op te kroppen, maar erover te praten.”
Daarvoor heeft Jason al veel soorten therapie gehad. Een van de therapieën die hem goed heeft geholpen, is dramatherapie. Marjoke: “Dan onderzoek je welke gevoelens er allemaal zijn en welke jij hebt. Veel cliënten voelen zich boos, maar daar zit dan bijvoorbeeld verdriet of schaamte onder. Ook Jason kwam hier via therapie-oefeningen achter. Samen met andere cliënten deed hij rollenspellen. Hij herkende verschillende houdingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij anderen, maar ook bij zichzelf.”

Spanning in het lijf 

Ook kreeg Jason psychomotorische therapie (PMT). Behandelaar Corola vertelt: “Hij leerde hier om zich bewust te zijn van emoties en gevoelens. En dan vooral in combinatie met signalen in zijn lichaam. Tijdens zo’n oefening vroegen we ons af: wat voel je nou eigenlijk? Is het stress, angst of frustratie? En waar in je lijf voel je dit? Daarna maakten we een soort lijntje tussen zijn lijf en zijn hoofd. Door de gevoelens te herkennen, kon hij er beter mee omgaan.” 
Jason: “In het begin vond ik deze oefeningen kinderachtig. Maar daarna leerde ik dat het me hielp. Nu herken ik mijn angst, boosheid en frustratie al aan de kleinste signalen. Ik heb mezelf helemaal uitgeplozen."

 

“Nu herken ik mijn angst, boosheid en frustratie al aan de kleinste signalen”
 

Gebruiksaanwijzing

Het gaat goed met Jason. Hij moet nog een tijdje bij Trajectum blijven, maar hij heeft al veel stappen gezet. “Vroeger hield ik alles in mijn hoofd, nu deel ik het met anderen. Ik ga anders met dingen om. Bij je behandeling krijg je een soort basisgebruiksaanwijzing, die je moet aanpassen aan jezelf.” 
Marjoke: “Sinds kort heeft Jason wat meer vrijheid. Hij heeft een eigen appartement, kookt, gaat zelf naar afspraken toe. Ook doet hij een opleiding, waar hij ontzettend trots op is. Sommige weekenden gaat hij naar huis. Daar geniet hij van. 
In het begin van de behandeling verzette hij zich. Dan ging hij in discussie of bleef hij maar klagen. Maar daarna sloeg het om. Hij doet het heel goed.”

Normaal leven

En of het Jason na zijn behandeling lukt op het rechte pad te blijven? Corola: “Ik denk het wel. Maar dan moet hij wel van de drugs afblijven. Als hij dat doet, kan hij weer in de problemen komen. De mensen waar hij vroeger mee omging, die spreekt hij niet meer. Dat scheelt.” 
Jason wil in elk geval nooit meer terugkomen. “Ik wil deze periode een plek geven in mijn hoofd, en een nieuw leven opbouwen. Een normaal leven, zonder criminaliteit. Over de lastige dingen wil ik controle hebben. Ik zou graag een leuke baan willen, een gezin, een knusse woonplek. En normale types om me heen. Ik denk dat het goedkomt."
 

Beschrijving
Geweld, drugs, verkeerde vrienden. En uiteindelijk een misdrijf met seksualiteit. De problemen van cliënt Jason (32) stapelden zich de afgelopen jaren op. Hij kwam in de gevangenis en is sinds twee jaar bij Trajectum. Hij vertelt hoe hij hier aan zijn agressie en frustratie werkt. “Nu herken ik mijn gevoel al aan de kleinste signalen in mijn lijf. Ik krop het niet meer op, maar praat erover.”

Het verhaal van Rianne

Header afbeelding Rianne krijgt hulp bij het verwerken van haar trauma's. Publicatiedatum QuoteCliënt Rianne: “Na zo’n therapiesessie ben ik doodmoe, maar het helpt me in alles wat ik doe.” TypeCliënten
Auteur
PR & Communicatie
Content

“Mijn therapie helpt me zó goed, dat ik soms denk: hoe dan?”

Cliënt Rianne (48) had al veel meegemaakt, maar kreeg een paar jaar geleden ook nog eens een zwaar ongeluk. Vanaf toen ging het steeds slechter met haar. Ze voelde zich bang en paniekerig, was opgefokt en vergat veel. En dan waren er nog haar trauma’s van vroeger. Met haar behandeling bij Trajectum probeert ze haar leven weer op te pakken. “Na zo’n therapiesessie ben ik doodmoe, maar het helpt me in alles wat ik doe.” 

“In 2017 reed ik op een 80-weg met een laaghangende zon. De auto voor mij had zijn remlichten niet aan, en voor ik het wist zat ik er achterop. Ik had daarna last van een heleboel lichamelijke klachten, zoals zes gebroken ribben, een beschadigde borst en onderrug, en schaaf- en brandwonden. Maar dat geneest voor een groot deel. Wat bleef, was een angst- en paniekstoornis. 
Eerst durfde ik niet meer naar buiten. Tien weken lang lag ik in bed, in het donker. Daarna durfde ik niet meer te autorijden. Op de fiets durfde ik al helemaal niet meer. Uiteindelijk belandde ik met een hele zware paniekaanval in het ziekenhuis. Ze dachten eerst dat ik een hartinfarct had, maar het was pure paniek.”

 

"Na het ongeluk had ik veel lichamelijke klachten, maar dat geneest voor een groot deel. Wat bleef, was de angst en paniek."

 

Therapie 

“Vanaf toen kreeg ik hulp, maar zo makkelijk ging dat niet. De trauma’s die ik had bleken niet alleen te maken te hebben met het ongeluk. Maar ook met dingen die vroeger waren gebeurd. Dat moest ik allemaal gaan verwerken. Gelukkig kwam ik via een omweg bij Trajectum terecht. 
Eén keer per week ga ik erheen voor mijn dagbehandeling. ’s Ochtends begin ik met creatieve therapie: kleuren, verven, met krijtjes, mozaïeken. Daarna krijg ik PMT (psychomotorische therapie). Daar leer ik hoe ik met mijn problemen om moet gaan. Ik leer bijvoorbeeld hoe ik mijn grenzen aangeef en dat ik niet meteen moet opgeven als iets niet lukt. Ik krijg ook EMDR, en dat is heel heftig. Maar het helpt mij zo goed, in alles wat ik doe. Ik vraag me weleens af: hoe dan?
Iedere sessie werken mijn behandelaar en ik aan een van mijn trauma’s. Dan moet ik het gevoel omschrijven en de boosheid weer omhoog laten komen. Daarna word ik behandeld met een lamp, die een deel van mijn geheugen wist. Na zo’n sessie ben ik dagenlang doodmoe.”

Trauma’s verwerken

“Het ongeluk heeft voor meer problemen gezorgd. Ik vergeet bijvoorbeeld veel. Als het gaat om mijn geheugen, ben ik zwakbegaafd. Ook heb ik altijd al een laag zelfbeeld gehad, maar na het ongeluk werd dat erger. Ik gaf mijn grenzen nooit aan en vroeg nooit om hulp. Ook kan ik heel erg opgefokt zijn. 
Ik heb veel meegemaakt. In mijn gezin van vroeger kreeg iedereen kanker, behalve ik. Mijn broer was nog maar vier. Omdat hij ziek was, stond hij altijd op de voorgrond. En ik hielp hem waar ik kon. Vooral toen hij werd gepest. Als dat gebeurde, sloeg ik de pesters zo in elkaar. Daar komt mijn agressie denk ik vandaan. Ik heb verder twee mislukte huwelijken achter de rug; mijn tweede man mishandelde mijn zoon. Mijn zoon heeft PDD-NOS en ADD en woont begeleid. Zijn vader kijkt niet naar hem om. Ik heb me vaak schuldig gevoeld, dacht dat ik geen goede moeder was. Maar tijdens mijn behandelingen leer ik: ik ben wél een goede moeder. Ik doe alles voor mijn kind.”

 

"Tijdens therapie leer ik met mijn problemen omgaan. Ik kan bijvoorbeeld heel opgefokt zijn"

 

Weer werken

“Als een 1 betekent dat ik nergens last van heb en een 10 betekent dat het slecht met me gaat, dan zit ik nu op een 4. Sinds een tijdje rij ik weer auto en ben ik rustiger. Toch zijn er nog dingen die moeilijk zijn. Als ik iets zeg, kan het heel onaardig overkomen. Dat is toch dat opgefokte. Daar probeer ik de balans in te vinden: wel voor mezelf opkomen, maar ook vriendelijk blijven. 
Ik hoop dat ik al mijn trauma’s ga verwerken. Of dat in ieder geval de scherpe randjes eraf zijn. Dat ze niet meer zo’n invloed hebben op mijn leven. Het liefst ga ik weer aan de bak. Ik heb wel wat overgehouden aan het ongeluk, ik kan niet lang staan of zware dingen tillen. Ik werk dolgraag met dieren, maar een baan vinden zal niet makkelijk zijn.” 

Vangnet

“Ik heb een enorm vangnet dat me overal bij helpt. Ook mijn behandelaren van Trajectum, die sturen me na een heftige sessie berichtjes hoe het met me gaat. Daar heb ik heel veel aan. 
En thuis gaat het nu ook goed. Mijn man is een lieverd en een lieve papa voor mijn zoon. Met zijn bonusdochter ben ik ook heel blij. We zijn een leuk gezinnetje bij elkaar. Zij trekken me overal doorheen. Mijn man zegt altijd: schat, kijk niet achterom. Je verleden kun je niet meer veranderen, maar wat vóór je ligt wel. Dat is ook ons motto. We blijven positief.”  
 

Beschrijving
Cliënt Rianne (48) had al veel meegemaakt, maar kreeg een paar jaar geleden ook nog eens een zwaar ongeluk. Vanaf toen ging het steeds slechter met haar. Met haar behandeling bij Trajectum probeert ze haar leven weer op te pakken. “Na zo’n therapiesessie ben ik doodmoe, maar het helpt me in alles wat ik doe.”

Het verhaal van Jasper

Header afbeelding Jasper aan het werk Publicatiedatum Quote"Gevaar bestond voor Jasper niet. Hij vond alles leuk en spannend". TypeCliënten
Auteur
Communicatie
Content

“We hadden hem uit huis gezet, maar ’s nachts stond hij te schreeuwen in de tuin”

 

Van lieve, vrolijke jongen naar agressieve drugsverslaafde: Jasper (23) zakte door de jaren heen steeds verder weg. Het ging pas echt slecht met hem toen hij een jaar lang op straat rondzwierf. Zijn moeder dacht dat hij dood zou gaan. Tot Jasper bij Trajectum terechtkwam en eindelijk een leven kon opbouwen.
Moeder Carlijn: “Hij is zo eerlijk, vertrouwt iedereen. Dat vertrouwen is door andere mensen misbruikt.

 

“Een jaar lang zwierf Jasper op straat. Doodsbang was ik, ik dacht echt dat hij doodging. We hadden hem uit huis gezet, het was niet meer veilig voor ons. Maar er kwam een strenge winter. Dan stond hij ’s nachts in de tuin te schreeuwen. Vreselijk was dat. Je kind loslaten, dat wil je niet. Dat is zo moeilijk om te doen, en toen moest het. Omdat Jasper iedereen altijd vertrouwt hebben mensen veel misbruik van hem gemaakt. Ze vroegen hem drugs naar het buitenland te smokkelen, misbruikten hem op allerlei manieren. En dat terwijl hij heel lief, vrolijk en eerlijk is. Hij oordeelt over niemand. Maar daar was niets meer van over.”

 

Moeilijk leren

Jaspers problemen begonnen op de basisschool. “Jasper kan moeilijk leren, vertelden ze ons. Omdat hij niet meekwam met de rest, ging hij zich anders gedragen. Hij ging gekke dingen doen en durfde alles. Hij ging van school naar school en daar kreeg hij weer trauma’s van. Achteraf beseften we dat hij door zijn licht verstandelijke beperking niet de hulp kreeg die bij hem past. Onze zoon zakte steeds verder weg. Wij bleven zoeken naar passende hulp maar vonden dit niet. En Jasper werd onhandelbaar: moest hij voor straf binnenblijven, klom hij door het badkamerraampje en was hij alsnog pleite. Jasper kwam met verkeerde kinderen in aanraking, die drugs en alcohol gebruikten en crimineel waren. Mensen dachten vaak dat het aan onze opvoeding lag. Maar omdat Jasper een laag IQ heeft, is hij makkelijk te beïnvloeden. Zo werd hij drugsverslaafd. Vaak kwam hij in aanraking met de politie, omdat hij bijvoorbeeld dingen ging stelen. Gevaar bestaat voor hem niet: Jasper vindt alles leuk en spannend. Maar toen hij door de drugs agressief werd, hebben we hem uit huis gezet. Het was niet meer veilig voor ons en zijn zusje. Vanaf toen leefde hij op straat."

 

"Moeder Carlijn: “Gevaar bestond voor Jasper niet.
Hij vond alles leuk en spannend”

 

Dag- en nachtritme

Uiteindelijk kon Jasper bij Trajectum toch geholpen worden. Carlijn: “Daar wisten ze precies hoe ze om moeten gaan met mensen zoals hij. Ze gingen niet met hem in discussie, maar zeiden gewoon: dit gaan we doen. En ze legden uit waarom. Keuzes kan iemand als Jasper niet aan; dan kiest hij niet voor het verstandigste maar voor het leukste.”

Begeleider John: “De jongen die binnenkwam, was koppig. Hij wilde niet bij ons zijn. En hij had geen dag- en nachtritme, dat moesten we hem weer aanleren. Maar wat ik al snel doorhad, is dat het een nette jongen was. Hij had fatsoen. En agressief is hij nooit geweest. Ja, natuurlijk was hij weleens boos en sloeg hij met de deuren. Maar dat hoort erbij. Onbeleefd was hij nooit.”

 

Omgaan met een beperking

Carlijn: “John legde vanaf het begin alles goed aan ons uit. Zo wisten we precies hoe Jasper geholpen werd. Daar werden wij rustiger van: hij was in goede handen. Trajectum leerde ons ook hoe we om moeten gaan met iemand met een licht verstandelijke beperking. Dat we meer op zijn niveau moeten praten, minder van hem moeten verwachten en hem geen keuzes moeten geven. Ik vraag me weleens af: waarom doen niet veel meer instellingen of scholen dat op deze manier? Trajectum weet heel veel over mensen met een beperking. Dat heb ik nog nooit ergens meegemaakt. Ze gaan zo goed met hun cliënten om: zorgzaam en met aandacht. Ik kreeg pas echt rust toen Jasper daar was.”

Toen Jasper een paar maanden opgenomen was, kregen zijn ouders weer contact met hem. “We hadden hem vreselijk gemist. En we merkten dat hij erg spijt had van alles wat er was gebeurd. Bij Trajectum hebben wij voor het eerst mee gemaakt dat Jasper meer hulp kreeg als het even minder goed ging. Eerder was dat altijd het moment dat Jasper weg gestuurd werd, en nog verder weg zakte.”

John: “Het moment dat Jasper en zijn ouders elkaar weer zagen, herinner ik me nog goed. Ze waren zo blij om elkaar te zien. Zijn moeder hield de hele tijd Jaspers hand vast; ze was de gelukkigste vrouw op aarde.”

 

Van regels naar vrijheid

In ongeveer drie jaar tijd ging het steeds beter met Jasper. John: “Eerst kwam hij op de gesloten afdeling terecht. Vanuit daar ging hij steeds een stapje verder. Hij kreeg meer vrijheden en moest zich aan afspraken houden. En hij moest natuurlijk aan zijn verslaving werken. Leren om nee te zeggen als iemand hem drugs wilde geven. Bij veel cliënten gaat dat een keer fout, ook bij Jasper. Maar wat opviel, is dat hij veel spijt had. Hij belde direct zijn ouders op: pa, ma, ik heb een fout gemaakt. Hij liet zijn emoties zien. En zijn ouders bleven hem steunen."

Als laatste stap van de behandeling kwam Jasper op de zorgboerderij wonen, waar hij een eigen appartementje kreeg. Binnenkort verhuist hij naar een andere stad. Hij woont dan niet meer bij Trajectum en gaat begeleid wonen. John: “Hij vindt het heel spannend om te verhuizen. Maar ik vertrouw erop dat het goedkomt.”

 

Begeleider John: “Ook Jasper ging de fout weer in met drugs. Maar hij had direct spijt en belde zijn ouders op.”

 

Klusjes voor oma

John: “Als het niet goed gaat, kan Jasper op zijn nieuwe plek altijd om hulp vragen. Hij is graag bezig en zal er naar de dagbesteding gaan. Vooral het grove werk vindt hij fijn, waar je moe van wordt. En dan zien we wel verder. Misschien leren autorijden, of later een betaalde baan. Maar alles stap voor stap. In de stad waar hij gaat wonen, woont ook zijn oma. Daar kan hij het goed mee vinden. Hij helpt haar met klusjes, doet de boodschappen en werkt in haar tuintje.”

Carlijn: “Jasper is weer de lieve jongen die hij van binnen is. Het is een familiemens: Kerst en Sinterklaas vindt hij geweldig. Hij vindt het heerlijk als de hele familie bij elkaar is. Terwijl hij in zijn slechte periode niet eens wist wanneer we jarig waren. Begeleiding zal Jasper altijd nodig hebben, maar dat is niet erg. Zolang hij maar lekker bezig kan zijn. Hij wil stratenmaker worden en veel buiten zijn. Met zijn bootje varen, sporten, plezier maken. Dan is hij gelukkig.”

Beschrijving
cliëntverhaal van Jasper

Een wereld zonder geluid

Header afbeelding Houtbewerken Publicatiedatum QuoteMichael leerde z’n eigen grenzen ontdekken. Is nu beter opgewassen tegen de buitenwereld. De behandeling doet hem goed. ‘Ik laat me niet meer meeslepen. TypeCliënten
Auteur
Tienkamp en de Kruyf
Content

Een wereld zonder geluid

Hoe versta je een geluidloze wereld? Doodstil en toch overvol. Met indrukken en gezichten. Mensen en hun armgebaren, uitdrukkingen. Michael had geen idee wat van hem gevraagd werd. Goed was het toch nooit. ‘Iedereen was snel boos op mij.’ Luisteren deed ‘ie niet. Pas toen dat kleine mannetje drie jaar oud was werd zijn doofheid ontdekt. Toen viel het kwartje. 

Het moet z’n ouders tot radeloosheid hebben gedreven. Thuis was weinig mededogen voor een kind met een handicap. Ook niet na de diagnose ‘rode hond doofheid’. Michael moest zich maar aanpassen aan het ‘gewone’, horende deel van de wereld. Leren liplezen. Leren spreken. 

Michaels ontwikkeling raakte volledig verstoord. Voortdurend heen en weer geslingerd tussen de woede van vader en het sussende gedrag van moeder en z’n zussen. De jongste in het gezin van zeven kinderen werd bestraft en bleef onbegrepen.

Nu eens liefdevol geknuffeld, dan weer wreed gecorrigeerd. Zonder enig besef waarom.

Slechts één zus getroostte zich de moeite van een cursus gebarentaal. ‘Verder werd er veel gepraat in huis, maar ik voelde me dan buitengesloten. Was eenzaam.’ Op de aangepaste school ontstonden pas de eerste echte contacten. Met gelijkgestemden. Lotgenoten in een dovenwereld. ‘Daar kon ik me beter uiten’, zegt Michael. ‘Lekker kletsen met anderen, in gebarentaal.’ En met voetbal natuurlijk. Michael bleek een getalenteerde middenvelder.

Maar Michael rooide het niet. De tiener met zijn mooie koppie, bovengemiddeld IQ en de bereidheid om te leren. De taalachterstand was desastreus. Die nekte hem, maakte dat hij het inzicht miste. De context van dingen. ‘Het was zo druk om mij heen. Ik had moeite om rust te vinden, om te ontspannen.’

Michael groeide uit tot een ongeleid projectiel. Kon zomaar uit z’n slof schieten. ‘Ik had veel hoofdpijn, was vaak moe. Voelde me soms depressief.’ Het leven vergde veel. Teveel van een eigenzinnige knul die onder groepsdruk begon met blowen en steeds vaker in de problemen raakte. Van kwaad tot erger. Vechtpartijtjes, joyriding, woninginbraken. Michael was al geen onbekende meer van de politie, toen hij op 19-jarige leeftijd voor de eerste keer tbs kreeg opgelegd.

Het was 1995. Het slechthorende meisje waarmee Michael al drie jaar verkering had gaf aan een punt achter hun relatie te willen zetten. ‘Het was al zes keer aan en uit geweest.’ Onbegrip en onmacht overmeesterden hem. Er brak iets. Hij schoot op haar. Stak haar met een mes. Totaal buiten zinnen. De jonge vrouw overleefde de aanval maar ternauwernood. 

Michael gaf zichzelf aan. Een periode van grote eenzaamheid volgde. ‘Ik begon veel te drinken’, zegt Michael. ‘Veel teveel.’ ‘Schaamde me voor mijn tbs.’

In 1999 gaat het weer mis. En in 2001 opnieuw. Nieuwe veroordelingen volgen. Voor ernstige delicten. De verkrachting van zijn toenmalige vriendin. De zware mishandeling van een ander meisje dat hij eveneens tot seks dwong.

‘Ik keek in de spiegel en wist niet wie ik was’, zegt hij. Gebogen schouders. Een geknakte, dove man. 

Het was 2003 toen hij in Gelderland terecht kwam in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. Er kwam rust.  Voor het eerst en van korte duur. In 2005 werden de verloven opgeschort omdat Michael met een mes buiten liep, het op een begeleider zou hebben gemunt. De bittere realiteit was dat niemand in de inrichting een flauw benul had van wat er in hem omging.

Een bewuster leven

‘Dit is de beste kans die hij heeft’, zeggen hulpverleners over Michaels verblijf bij Trajectum in Boschoord, sinds de zomer van 2011. Het enige behandelcentrum in Nederland met een gesloten afdeling speciaal voor doven. Zeldzaam op wereldschaal. Hier krijgt Michael de aanpak die hij, met zijn beperking, nodig heeft. Een die rekening houdt met zijn doofheid maar ook recht doet aan de opgelegde celstraf. ‘Want die heb ik verdiend.’ Dat weet Michael best.

Het scheelde weinig of Michael had levenslang gehad. Justitie wilde hem de status longstay geven, maar Trajectum werkte liever toe naar een begeleid leven met meer vrijheden. Naar zoveel mogelijk kwaliteit van leven. Justitie ging akkoord. ‘Ik was enorm opgelucht!’ bekent Michael. Het betekent dat er hoop blijft. Al is dit voorlopig zijn status quo.

 Zijn intellectuele vermogen is behoorlijk. Maar op sociaal-emotioneel niveau is Michael een kwetsbaar kind van zes. Dat kan zich niet of nauwelijks verplaatsen in de ander. Maar hij heeft de wil om veel te leren. Krijgt hier, op De Zomereik in Boschoord, de middelen om aan een betere toekomst te werken. Drama. Beeldende- en psychomotorische therapie, agressietraining, arbeidstherapie en, straks, modules rond seksualiteit.

Dat werkt. Behandelaars in de horende wereld krijgen langzaam maar zeker meer zicht op de verstilde binnenwereld van Michael. ‘Ik leer beter omgaan met boosheid en agressie’, vertelt hij. Een werkproces volgens de vijf G’s. Michael kent ze intussen als zijn broekzak: ‘Gebeurtenis, gedachten, gevoel, gedrag, gevolg.’ Ze zijn voorzichtig met de behandeldruk. Niet te veel ineens. Niet te gek. Stapje voor stapje leert Michael wat hij kan doen als ‘ie vastloopt, als de spanning hem weer overspoelt. Dat er meer opties zijn dan op de vuist gaan.

Hij zal het nooit meer te ver laten komen. Daarvan is hij heilig overtuigd.

‘Ik ben me bewuster. Maak contact, maar kan ook beter afstand houden.’ Michael stapelt zijn vuisten illustratief op elkaar. ‘Dingen opbouwen.’ Dan vormen zijn handen een denkbeeldige bal voor zijn borst. ‘Een eigen ballon die me beschermt. Dat heb ik hier geleerd. Ik ben voorzichtiger geworden. Als ik me heel gespannen voel kan ik dat goed aangeven in gebarentaal. Hier leer ik echt communiceren.’

Michael kan niet horen. Niet spreken. Maar hij heeft eigen vormen van expressie. Werkt graag met keramiek. Schildert, kleurrijk. Een kunstzinnige man die zijn gevoelens op doek uitdrukt.

Michael leerde z’n eigen grenzen ontdekken. Is nu beter opgewassen tegen de buitenwereld. De behandeling doet hem goed. ‘Ik laat me niet meer meeslepen. Als iemand iets steelt, bemoei ik me daar niet mee. Nee, ik wil niet meer in de problemen komen.’

Beschrijving
Hoe versta je een geluidloze wereld? Doodstil en toch overvol. Met indrukken en gezichten. Mensen en hun armgebaren, uitdrukkingen. Michael had geen idee wat van hem gevraagd werd.

Altijd dat rusteloze

Header afbeelding Cas Publicatiedatum QuoteJa, Ik ben wel heel gelukkig nu. TypeCliënten
Auteur
Roelof Tienkamp en Jolanda de Kruyf
Content

Altijd dat rusteloze

Het is een geschiedenis van horten en stoten. Een leven vol hiaten. Van sprokkelen en puzzelen, punten verbinden. Flinters uit een roerig bestaan, ze verdwenen spoorloos in de tijd. Dingen die Cas (1963) domweg niet meer weet. En dingen waarover hij niet spreekt. Nooit meer. Met niemand.

Zijn wieg stond in Rotterdam, die barre winter dat Reinier Paping de Elfstedentocht won. Een broertje en een oudere zus, gescheiden ouders. Er moet van alles mis geweest zijn, al in de basis. Een gezin van strubbelingen. Amper vijf jaar is Cas als ‘ie verzeild raakt in de wereld van jeugdinstellingen, pleeggezinnen. Hoe? Waarom? ‘Daar praat ik niet over.’ En daar kun je het mee doen.

Het was in 1974 dat moeder een ernstig verkeersongeluk kreeg. ‘Precies voor onze deur’, zegt Cas. ‘Een autoloze zondag, notabene.’ Traumatisch. Ze verbleef meer in het ziekenhuis dan thuis. Wat volgde was een periode van oppashulpen en tehuizen.

Daarna laat Cas de chronologie volkomen los. Wat rest zijn flarden uit een leven dat hij ergens heeft geparkeerd.

Diep weggestopt, dat moet wel. Jaren en wapenfeiten ontbreken. Scholen worden voortijdig afgebroken, familiecontacten beëindigd. Met vijftien jaar overlijdt zijn stiefpa. Drie jaar later sterft ook vader. Veel wil Cas daarover niet kwijt. Hij leidde toen al min of meer een ander leven. ‘Met de kermis mee’. Want ‘dan kom je nog eens ergens.’ Zwart werk. Goed betaald werk. De lach krult om zijn lippen.

Het was een zwervend bestaan. Maar wat gaf het? ‘Ik kon toch nergens lang aarden. Het beviel me best zo.’

Een jaar of vijftien, met tussenpozen, was Cas kind aan huis op de kermis. Kriskras door het land. Als rechterhand van meerdere exploitanten. Eenarmige bandieten, hij kende die machines van binnen en buiten. ‘Van alles deed ik. Opbouwen, afbreken, de winterstalling opknappen; wat maar nodig was.’ Soms één week achtereen, soms wel twee of drie op locatie. ‘Slapen in de caravan of achter in de vrachtwagen. Mooie tijd hoor, toch een vrij leven.’ Een nieuw shaggie vat vlam. Gedachten nemen hun loop en Cas glundert.

Hij is er een tijdje tussenuit geweest. Even geen kermisleven meer voor de ‘lonesome rider’. Toen pakte ’ie aan wat op z’n pad kwam. Wat maar geld opleverde. ‘Ik heb op een hijskraan gezeten, asperges gestoken, uitzendwerk gedaan.’ Nergens te beroerd voor. In die tijd woonde Cas “overal en nergens”. Hij bleef het zwerven trouw. ‘Eenzaam?’ Schudt van nee. ‘Ik kon overal wel terecht, bij vrienden.’

Dat rusteloze zat er al vroeg in. ‘Snel onrustig. Dwalen. Weggaan zonder wat te zeggen.’

‘Ik wou iemand inhalen’, weet Cas nog van het beslissende moment vlak voor de crash, hij zal 38 jaar geweest zijn. Het zware brommerongeluk maakte dat hij een half jaar lang aan de rolstoel geluisterd zat. Schouderophalend: ‘Dikke pech.’ Wat veel erger was: Cas raakte in de versukkeling. Verloor zichzelf in drank en gokspelen, kreeg psychische problemen. De huurachterstand liep op, de verwaarloosde woning werd ontruimd.

Cas was zijn baantje, zijn inkomen kwijt. En het dak boven zijn hoofd.

Dak-en uitzichtloos

Het ging van kwaad tot erger. Alcohol domineerde. Cas sleepte zich van roes naar roes totdat hij in 2001 in ’t Hooge Land in Beekbergen belandde. Drie jaar lang werd hij er intensief behandeld voor z’n verslaving. En dat sloeg aan.

Z’n ontslag bij de kliniek was de opmaat tot een nieuwe fase. Hij vond werk bij de sociale werkplaats WEZO in Zwolle. Het gaf hem overdag structuur; ’s avonds en ’s nachts zwierf hij. Cas sliep bij vrienden, soms op straat, of onder een brug. ‘Niet erg, ik was dat wel gewend.’

 Maar op het werk ontbrak hij vrijwel nooit. Kwart voor acht present. Tot vijf uur in de middag. ‘Ik heb werk altijd belangrijk gevonden. Zag er ook altijd netjes uit.’

Soms sliep hij bij het Leger des Heils, klopte aan bij De Herberg voor wat eten, een douche en een dak boven het hoofd voor een nacht. Maar z’n lichte ontvlambaarheid zorgde regelmatig voor problemen. Ging ‘ie weer op de vuist. Dan vielen voor Cas de deuren weer dicht. En werd hij eenzaam en alleen opgeslokt door het duister van de nacht. Zoals hij gewend was geraakt. ‘Word je hard van hoor. Ik kan er wel tegen.’

En zo regen de jaren zich aaneen. Overdag met vallen en opstaan aan het werk, de rest van de tijd grotendeels dak- en uitzichtloos.

In 2011 klopte Maatschappelijk Werk in Zwolle aan bij Trajectum. Cas dreigde tussen de wal en het schip te raken. ‘Wat moeten we hiermee? Wij kunnen hem niet helpen. Kunnen jullie iets voor hem betekenen?’ En zo kwam Cas in aanraking met het ACT-team van Trajectum. Voluit Assertive Community Treatment. Kortweg: laagdrempelige bemoeizorg. Voor het type ‘zorgwekkende zorgmijders’. Types als Cas. Die de grip op het leven zijn kwijtgeraakt. Er werd gezorgd voor overbruggingsopvang bij de J.P. van Bentstichting.

‘Dat ik daar een eigen plekje kon krijgen vond ik wel fijn. Ik was het zwerven eigenlijk ook wel een beetje zat geworden.’

Tevreden met dit leven

Cas gaat koffie zetten. ‘Senseo, zo klaar.’ Hij beent naar de keuken en gaat aan de slag. Sinds kort heeft hij de sleutel van z’n eigen woning. In een gewone Zwolse wijk. Op éénhoog. Op het paadje naar de voordeur staat z’n scooter. Binnen ligt de helm op een kastje naast de tv. Rondom de glazen tafel een bankstel en een zwarte luie stoel. Verderop een tafeltje met computer; een pitrieten stoel ervoor. Veel heeft Cas niet nodig. De gashaard snort tevreden. Binnenkort krijgt hij gordijnen ‘van iemand’. ‘Staat gezellig.’

Aan de hand van z’n vaste ACT-begeleider heeft Cas z’n leven eindelijk weer enigszins op de rails gekregen. Een eigen plekje, zo zelfstandig als mogelijk wonen, leven en werken. Door hem met engelengeduld te benaderen heeft Cas begeleiding toegelaten, want afhankelijk zijn van anderen wil hij eigenlijk niet. ‘Hij heeft de primaire behoefte autonoom te zijn.’ Stapje voor stapje op weg naar de gewenste structuur. Dat is de weg die met succes is gevolgd. Z’n begeleider klopt zo eens in de twee weken aan om te zien hoe het er nu voorstaat. En het gaat goed.

Daar is Cas met de koffie.

De kleine man met zijn grote verhalen. Hij vertelt over z’n werk bij WEZO. Hij is machineoperator. Lijnaanvoerder. ‘Ik geef leiding aan dertig personen.’ Hij is trots op z’n werk. ‘Ik heb m’n hele leven gewerkt. En hard ook. Er moet brood op de plank komen. Ik denk dat ik wel voor twee man werk; het gaat me vaak veel te langzaam.’ Hij zucht. ‘Zo zit ik nu een keer in elkaar.’

Even is het stil. Z’n ogen glijden door de kamer. Langs de schilderijtjes met katten en klaprozen en margrieten in een tarweveldje aan de muur. Langs de meubeltjes. ‘Ik ben hier erg blij mee. Dit leven. Dat probeer ik nu vast te houden.’ Hij lacht. Oogt tevreden.

Overdag hanteert Cas een ijzeren ritme. Op tijd uit bed, op de scooter naar het werk, aan de slag en dan – om vijf uur – weer thuis. De invulling van de avond varieert. Soms blijft hij thuis, kijkt tv of verschanst zich achter de computer. Maar er zijn ook avonden dat hij vertier zoekt in de coffeeshop, zo’n tien minuten lopen verderop. Voor een joint, een kopje koffie. ‘Soms alleen maar een shagje, hoor. Ik ken er veel mensen. Het gaat om de gezelligheid.’

Hij drinkt geen druppel meer. ‘Op een enkel biertje na dan.’ Z’n oude vrienden heeft ‘ie afgezworen. ‘Gekapt, die zie ik bijna niet meer. En ik houd de poot ook stijf. Als iemand me op het verkeerde pad probeert te brengen dan is daar het gat van de deur. Ik kijk wel uit. Wil niet terug naar het oude leven.’

Het komt er schoorvoetend uit. ‘Ja. Ik ben wel gelukkig nu.’

Hij vertelt van z’n toekomstplannen. Eerst goed settelen. ‘Zodra ik een fornuis heb ga ik ook voor mezelf koken. Dat hoort erbij. Beter dan altijd kant en klaar.’ Misschien een vriendin. ‘Die had ik nooit zoveel te bieden. Nu wel, dus wie weet. Zou mooi zijn.’ En straks, als alles gaat zoals het moet gaan, een aanhangwagentje voor achter de scooter bouwen. Voor tripjes naar België of Duitsland. ‘Dat zwerversbloed zit er altijd nog wel een beetje in.’

Cas haalt nieuwe koffie. ‘Maar voorlopig ga ik alleen maar heel erg m’n best doen’, klinkt het dan uit de keuken.

Beschrijving
Levensverhaal. Cas heeft een leven vol hiaten.

Geen eerlijke start

Header afbeelding parkiet Publicatiedatum Quote"In het begin was ik teruggetrokken maar later ging het gemakkelijker.", zegt Isabel die geholpen werd bij Trajectum TypeCliënten
Auteur
Roelof Tienkamp en Jolanda de Kruyf
Content

GEEN EERLIJKE START

Volledig overspoeld door het leven. Voortdurend overvraagd en overschat binnen een instabiel gezin. Ook buitenshuis explodeerde elk conflict spontaan. Nee, Isabel (1986) kreeg niet eens de kans op een eerlijke start. Zo’n kwetsbaar kind in zo’n afstotend pantser.

‘Hier ben je niet meer welkom.’ Of ‘we kunnen niks met je beginnen.’ En ‘zoek jij het zelf maar uit.’ Dikwijls heeft Isabel dat gehoord. In talloze behandelcentra. Raak geslingerde woorden als wapens zo wreed. Dan had ze het er weer eens zelf naar gemaakt. Destructief en gewelddadig gedrag vertoond.

Arme Isabel. Met zo’n valse start.

‘Ik heb nooit geleerd om met emoties om te gaan.’

Amper zeven was ze, middelste uit een gezin met nog twee broers, toen ze de wereld van de kinderpsychiatrie inrolde. Opname volgde al snel. Na moeizame periodes thuis waarin Isabel van ‘n hyperactieve huilbaby was uitgegroeid tot ‘lastige’ kleuter. Angstig en laat met alles: spreken, lopen, zindelijkheid. Die kleuter werd een onhandelbaar kind. Stelen, driftbuien, weglopen. Het escaleerde al op de basisschool. Isabel reageerde agressief op leeftijdsgenoten. Ze sloeg en schopte de juffen en meesters, werd gepest en op haar elfde jaar, vanwege ernstige gedragsproblemen, van school gestuurd.

Intussen stuiterde ze van het kastje naar de muur. Woonde in klinieken en werd er weggestuurd, wegens ontoelaatbaar gedrag. Dan bleef ze weer een poosje bij moeder thuis. Tot de dag dat Isabel haar het mes op de keel zette en bedreigde.

Wat moest de wereld met haar aan? Onder Toezicht gesteld. Een Rechterlijke Machtiging ‘op zak’, uitzonderlijk voor een kind van haar leeftijd. Vijftien lentes jong was Isabel toen ze, tijdens de rit tussen twee klinieken in, uit de rijdende taxi sprong. De zoveelste suïcidepoging. Ze was de tel kwijtgeraakt.

Het leven was een hellend vlak geworden.

Isabel zat meer in de separeer dan erbuiten. Wist daar brand te stichten. Kreeg woede-uitbarstingen, kraste en sneed zichzelf. Viel anderen aan. Het ging van kwaad tot erger. Wonderlijk genoeg verdroeg ze de groeiende doses medicatie, zij het zonder enig gewenst effect.

Maar het kon nog erger. In 2003 ging het vreselijk mis: Isabel werd aangeklaagd voor mishandeling van personeel en bewoners van de SGLVG-instelling waar ze toen verbleef. In 2004 opnieuw. Er volgde een tweede veroordeling: voorwaardelijke jeugddetentie. En weer wachtte een andere kliniek.

Isabel was achttien jaar en verder van huis dan ooit.

Men wilde haar alleen ’s nachts nog opvangen, in de isoleer. Overdag moest Isabel maar haar eigen boontjes doppen. Zo kwam het dat ze een zwervend bestaan leidde tot de avond inviel, rondhing op Hoog Catharijne in Utrecht en eenvoudig kennismaakte met drank, drugs en de zelfkant van het leven. Van de XTC in haar verwarde lijf raakte Isabel nog agressiever.

Isabel ontspoorde volledig. In het najaar van 2006 werd ze berecht voor ‘zware mishandeling en bedreiging met een misdrijf tegen het leven’. Acht maanden cel en TBS met dwangverpleging. Ongeschikt voor ‘gewone’ detentie brak een nieuwe zoektocht naar passende opvang aan. Vier locaties waar ze, tot mei 2008, gevangen zat en die geen raad met haar wisten: van Breda naar Zwolle, van Zwolle naar Amsterdam, van Amsterdam naar Balkbrug. Een crisisplaats in een zwaarbewaakte tbs-instelling, om te voorkomen dat ze zelfmoord zou plegen.

HET KEERPUNT

Er was geen greintje waardigheid meer te ontdekken in de entree die Isabel maakte, op het terrein van Boschoord, 6 mei 2008. Op die bewuste, inktzwarte dinsdag droeg Isabel een helm. Die moest haar en haar omgeving beschermen tegen bijten. Het weerbarstige lijf zat gevangen in een dwangbuis. Zo ging ze op transport naar het Forensisch Psychiatrisch Centrum in Drenthe. Een meisje nog maar. Ze weet er weinig meer van. ‘Ik bonkte met mijn hoofd op de grond. Zeggen ze.’

Mensonterend. Hartverscheurend.

Maar het was een keerpunt in haar leven. Achter de verwilderde façade schuilde een kwetsbaar kind, beschadigd, altijd overvraagd. Trajectum durfde het aan met Isabel. In separeer op De Plataan ging direct de helm af, er kwam medicatie (een antipsychoticum) en er was één op één begeleiding. Isabel leek er goed op te reageren. Ze kwam tot bedaren. ‘Die eerste tijd deed ik niks anders dan slapen, slapen, slapen.’ Op De Plataan mocht Isabel opnieuw beginnen, op babyniveau. Helemaal van nul af aan. Daar was het dat ze, stukje bij beetje, als een verfomfaaide constructie, weer werd opgebouwd. Tot een heel mens.

Het was een weg vol versperringen geweest. Van meer vallen dan opstaan. En ook nu zou niets zomaar vanzelf gaan. Maar Isabel had de tijd.

Alle tijd van de wereld om herboren te zijn. Om te mogen leven als een kind zo klein, van dag tot dag. Zolang als het maar duren zou. ‘Dat was fijn’, zegt ze. ‘Het was zo druk in mijn hoofd, ik hoorde stemmen. Nu kwam ik tot rust.’ Op De Plataan mocht ze eindelijk zijn wie ze was. Een plek zonder prikkels om te socialiseren. Met continue een vangnet in haar schaduw. Iemand die voor haar zorgde. Iemand die haar bij de hand nam om de wereld te verkennen, de doodgewone dingen zei: ‘Kijk, hier staat je drinken klaar. Kom maar, er is wat lekkers te eten.’ Het was een klein wonder. Altijd had Isabel iedereen afgeweerd en nu, hier, zocht ze weer binding met een ander mens.

Het vertrouwen groeide, mondjesmaat. Wonden werden met veel zorg gehecht. Littekens vervaagden.

Isabel zette reuzenstappen. Van De Plataan naar De Waterwilg. Van binnenblok naar dagbesteding buiten. Ze kreeg Psychomotorische Therapie (PMT) om de wereld beter te kunnen toetsen. Maar ook Drama en Beeldende Therapie. Isabel lacht: ‘Dat vond ik allebei leuk. Situaties naspelen. Met de vijf b’s aan de gang.’ Ze somt ze moeiteloos op: ‘Boos, bang, bedroefd, blij en beschaamd. Ik heb hier veel geleerd.’ Voor het eerst kreeg Isabel ook een degelijke diagnose: MCDD, een ontwikkelingsstoornis. En een posttraumatische stressstoornis, door alles wat gebeurd was.

EEN COMPLEET MENS

Isabel beschildert een bloempot. De kwast vol kleuren. Het is een van de vele klusjes in de werkplaats waaraan ze plezier beleeft. Net als agenda’s ‘pimpen’, vrolijke collages maken. Muziek luisteren, boeken lezen, GTST kijken en met haar dieren bezig zijn. Twee vissen in een kom, een vogel in de kooi. ‘Tweety. Mooi is ‘ie hè?’ Voor het eerst is de lach terug op haar gezicht, zit er weer kleur op die wangen.

Isabel is mens geworden. Completer dan ooit. Niemand had durven dromen dat het zo ver, zo goed komen zou.

De Fijnspar is een besloten afdeling. Met veel meer prikkels dan vroeger. Isabel kan het hebben. Ze heeft het volste rooster van de hele afdeling. Een bezige bij. Elke dag staat ze in de Bosshop op eigen terrein. Er zijn allerhande werkjes te doen. ‘De kassa, vakken vullen, verkoop, omzetcijfers invullen, productie maken.’ Isabel straalt ervan. ‘Ik vind het écht leuk.’

‘In het begin was ik teruggetrokken, maar later ging het makkelijker’, vertelt ze. ‘En als ik een dag niet goed in m’n vel zit, ga ik gewoon wat anders doen. Achter de schermen.’ Want dat heeft ze geleerd. De therapieën hebben haar sterker gemaakt. ‘Situaties leren oplossen, rustig blijven. Er samen uitkomen.’

Er zijn diploma’s gehaald op Boschoord. Taal- en rekenvaardigheid, een computercursus. ‘Ik kan nog heel veel leren’, heeft Isabel gemerkt. Ook als het om haar vrijheden gaat. Een paar minuten zelfstandig winkelen, tien minuten fietsen. ‘Alleen, tot de uitkijktoren. Dat vind ik wel spannend.’

Maar ze hoeft het niet alleen te doen.

Samen volgen ze een stappenplan. Een route naar volledig herstel. Met steeds meer prikkels, al blijven haar helpers bewust op de rem trappen, en benadrukken: ‘Rustig aan. Je hebt alle tijd.’ Het komt wel goed met Isabel. Afhankelijk van haar vorderingen gaat de TBS eraf. Dan zou ze 24-uurs begeleid kunnen wonen. Liefst in Limburg, bij haar ouders in de buurt. Ze gaat er nu af en toe op bezoek.

Straks. Dan wil ze ook werken, ‘bij de dierenambulance.’ ‘En een eigen hond misschien.’ Maar er is geen haast. ‘Ik moet eerst voor mezelf vechten. En dan zien we wel. Er zijn al veel dingen veranderd. Wat verder op mijn pad komt? De tijd zal het leren.’

Beschrijving
Isabel, volledig overspoeld door het leven